Dodentocht 2025, eerste deelname - TIPS

                                     

Vorig jaar deed zoon Tobe (toen 17) mee met de dodentocht in Bornem en wandelde die uit samen met een vriend. Dit jaar deed hij opnieuw mee. Ook dochter Hanne schreef zich in. Toen ze in maart vermeldde dat er nog ruim tickets over waren, zei ik: ‘Ok, doe mij er ook maar eentje dan’. 
Zo gezegd, zo gedaan. Ik doe mee.

Inschrijving:

Bij inschrijving en betaling krijg je een bevestigingsmail. In de weken voor de dodentocht kan je je volgnummer en eventuele t-shirt gaan ophalen in Bornem. Dit wordt via mail gecommuniceerd. Je volgnummer staat op je badge. Deze is voorzien van een tracker. De badge draag je aan de controleposten bovenop je kleding, zodat deze gescand kan worden. Dat gaat vanzelf, je moet wel tussen de daarvoor voorziene paaltjes lopen. :-) Tijdens de tocht kunnen familie en vrienden je zo volgen via de trackingpagina op de website van de dodentocht. Ook de wandelaars zelf kunnen zo opvolgen wie waar zit. 

Voorbereiding: 

Ik heb me niet ontzettend hard voorbereid. Beetje nonchalant zelfs. Eens een wandeling van 15 km, eentje van 35 km, af en toe gaan joggen (wat nooit veel meer zal geweest zijn dan 5 km, dus ook niet om over naar huis te schrijven) en in juli wel 2 fikse bergen beklommen in de Franse Alpen.

Weet je dat je gaat deelnemen, bereid je voldoende voor voor jezelf. Wens je te lopen van begin tot einde of een deel van het parcours, train alvast je loopspieren en bouw je afstanden op. Er zijn uiteraard mensen die deelnemen zonder enige voorbereiding en de tocht ook uitwandelen. Het is aan jezelf, maar weten waaraan je begint kan voor een zekere gemoedsrust zorgen.

Wat ik leerde:

·       De wandeling van 35 km leerde me dat mijn bergbotinnen aka wandelschoenen niet de ideale waren om 100km mee te wandelen, gezien ik er een blaar aan mijn kleine teen aan overhield.

TIP: Test op voorhand je schoenen uit door er minimum 30km mee te gaan wandelen! Sowieso wandel je niet met nieuwe schoenen. Zorg dat ze goed zijn ingelopen voor je aan de tocht begint. De DOTO-organisatie werkt samen met Runners Lab voor aankoop van schoenen. Bij Runners Lab doe je een testje, een loopanalyse: op blote voeten wandelen en lopen over een mat, waarvan de gegevens geregistreerd worden op de computer. Op basis hiervan en jouw persoonlijke wensen (waterdicht, ademend, lage of hoge schoen) en het doel van de schoenen, kan je verschillende modellen passen en uittesten op verscheidene ondergronden. Ga eerst na wat de kostprijs van de analyse is mocht je niet tot aankoop van schoenen overgaan. Hoka’s (schoenmerk) zijn populair dit jaar, alsook het standaardtype wandelschoen. Dit jaar kreeg je bij aankoop van schoenen een paar wollen sokken erbij, indien je je bewijs van deelname aan de dodentocht kon voorleggen. Je kiest uiteraard zelf waar je je schoenen aankoopt. 

TIP: Gebruik wollen wandelsokken! In verband met o.a. wrijving is dat een goede zaak. Ik heb voor mezelf ook wollen teensokken (elke teen apart verpakt, zoals bij een handschoen) aangeschaft. Deze twee wisselde ik af tijdens de wandeling.  

·       De wandeling in de bergen leerde me dat ik op tijd moet drinken, op tijd de juiste suikers en andere voeding moet eten en op tijd mijn kledij aanpassen om mijn lichaam warm te houden.

TIP: Zorg voor gepaste kledij! Het kan heel warm worden overdag, ’s nachts koud én het kan pijpenstelen regenen. Elk weertype vraagt aangepaste kledij. Handig is om een buddy of volger(s) te hebben die je op een (al dan niet op voorhand) afgesproken tijdstip kan voorzien van propere en/of andere kledij, andere schoenen en eventueel nieuwe mondvoorraad.  

TIP: Ken je lichaam en luister ernaar! Een must! Andere mensen kunnen misschien een hele nacht in t-shirt wandelen, ook als het koud wordt, bij jou kan het anders zijn. Het kan zelfs helemaal anders verlopen dan je zelf verwacht of gewend bent. Wees alert voor de signalen van je eigen lijf. Begin je af te koelen, trek dan iets warmers aan. Vermijd ten allen tijde afkoeling van lichaam en spieren!

Drink voldoende en op tijd, blijf gehydrateerd. Neem ook op tijd de nodige voeding tot jou én kies zelf wat het best passend is in dat moment! Bij de controleposten bieden ze altijd iets te drinken aan, sowieso water, soms ook cola, sportdrank, thee, chocomelk, soep, afhankelijk van de post. Idem voor voeding: de broodjes ’s middags zijn sandwiches met beleg, verder zijn het veelal suikerrijke snacks à la appelcake, banaan, appel, hardgekookt ei, peperkoek, suikerwafel,… Ook hier geldt: ken je lijf. Heel wat mensen worden niet goed onderweg en krijgen last van maag en darmen door de mix aan voeding óf sportdrank die je niet gewend bent. Neem gerust voor jezelf mee waarvan je weet dat je daarmee verder kan. Ik had voor mezelf bv stroopwafels, druivensuiker en wortelen mee. Met chocomelk kijk ik uit, zeker als het warm is en er gemixt wordt met andere dingen.  

Wees je er ook van bewust dat elke tocht anders is en je persoonlijke omstandigheden ook elk jaar veranderen. Je kan 3 tochten zonder enkel probleem uitlopen en de 4e last hebben van voeten die helemaal open liggen.

TIP: Ga naar de wc wanneer het kan. Aan de start moest ik hoognodig, ook al was ik thuis nog geweest. Er stond een lange rij aan de dixies, dus dat ging ik nu niet meer doen. Onderweg passeerden we een laatste taverne voor we een lange weg zouden bewandelen waar geen voorzieningen meer waren. Ik heb dus even gebruikt gemaakt van hun sanitaire voorzieningen (Hartelijk dank Blauwe Koe!!) die als geroepen kwam. Onderweg zijn de maisvelden veelvuldig aangesproken door de mannen en vrouwen met plastuiten. Ik had mijn 1/3e rol wc-papier op zak, je weet nooit wat je tegenkomt (hallo buikkrampen in de middle of nowhere…). Die heb ik gelukkig niet moeten gebruiken.   

TIP: Neem de rust die je nodig hebt. Bij controleposten en ook tussendoor kan je doorlopen of je kan even halt houden en eventueel je voeten checken. Naarmate de tocht vordert, wordt dat laatste vaker gedaan. Blijf ook niet té lang hangen, je moet ook weer rechtstaan en opnieuw in beweging komen. Ook je benen even omhoog leggen doet deugd, even je kuiten masseren, je tenen in de andere richting plooien, wat stretchoefeningen doen,… allemaal goed.

Mijne zoon is de tough guy geweest dit jaar: hij stopte geen enkele keer aan de posten en sloeg ook de ehbo over. Dat resulteerde in heel wat blaren, die achteraf gelukkig ook snel weer genazen. Ik deed het andersom: ik controleerde wanneer er signalen waren (ook niet altijd). Bij een kleine blaar nam ik er mijn nieuwe liefde bij: Compeed blaarpleisters! Een aanrader! Deze plakkers kleef je als een tweede huid over je tenen/voeten. Later bleek dat blaarke 10x gegroeid te zijn. Vermits ik zelf geen naald, watten en ontsmettingsmiddel bij had en nog een hele weg te gaan, liet ik het even doorprikken bij de ehbo-post. Dat bleek een goede zet: ik heb er verder weinig last meer van gehad en die is achteraf ook heel snel genezen. Aan de rechterkant heb ik preventief geplakt, want daar zou zich sowieso hetzelfde gaan voordoen. Ik heb de blaarpleisters van Compeed en Kruidvat getest: kwalitatief zijn die van Compeed veruit de beste. Die van Kruidvat doen zeker ook hun werk. Ze zijn wel stugger en minder soepel in het aanbrengen. Ook bij Hema bieden ze blaarpleisters aan (nog niet getest).   

TIP: Doe wat werkt voor jou! Een must! Je kan alleen op tocht gaan, met een buddy of met een hele groep. Alles heeft voor en nadelen. Volg vooral je eigen tempo. Ben je met 2 of drie, dan is het nuttig op voorhand samen ook al wandelingen te gaan doen, om je af te stemmen op elkaar en te kijken of je ritme en tempo overeenkomt. Merk je tijdens de tocht dat de verschillen te groot worden, is het vaak beter alleen verder te gaan (of met een beperktere groep).

100km eenzelfde kadans aanhouden, dat ga je voelen. Doe jezelf en wat werkt voor jou. Voor mij ging joggen vaak heel wat vlotter dan stappen. Het brengt immers afwisseling in het gebruik van je spieren en je houding. Ook wandelen met m’n voeten naar buiten gedraaid, naar binnen gedraaid, gehurkt alsof ik op een stoel zat, dansend, zwierend met m’n armen op en neer of heen en weer, zingen, huppelen, zijwaartse pas,… Ik deed het allemaal en regelmatig opnieuw, omdat het vlotter ging. Ook de juiste muziek kan een ontzettende boost geven. Een koptelefoon is daarbij handiger dan oortjes met draad.

De supporters aan de zijlijn onderweg, hun muziek, knabbels,… zowel ’s nachts als overdag, geven echt een boost, zeker als je zelf even meedoet in de ambiance.

Op een gegeven moment merkte ik dat ik helemaal wegzakte, 2x voorgehad. (Weet niet meer wanneer ergens, wel voorbij 65km). De hele mensenmassa passeerde me in veel sneller tempo. Ik heb me dan even opzij gezet, maar je moet wel weer vooruit. Ik zag op een gegeven moment collega’s van op het werk passeren, met een stevig tempo. Dat heeft gemaakt dat ik de knop kon omdraaien en opnieuw mee kon inpikken.

65-70km is vaak een moment van moeten doorbijten en jezelf tegenkomen heb ik vaker vernomen. De laatste 25-20km zijn best zeurend en lastig. Op dat moment mag je echter niet meer opgeven. Het is voor iedereen lastig, pijnlijk, afzien. Net dat gegeven maakt het dragelijker, het collectieve gebeuren. Doorzetten is de boodschap (zolang je lijf het toelaat). Los daarvan, de laatste 300m heb ik toch gelopen, wat als vanzelf ging.

Finish: 

Bij aankomst ontvang je een diploma waarop je wandeltijden staan, een medaille met het cijfer van je aantal dodentochten en wat lekkers. Tijdens de tocht worden er ook foto's gemaakt, die je nadien op de website (dodentocht.be) kan bekijken. Er is ook plek voorzien om een voetbadje te nemen. Vraag ernaar of dit nog van toepassing is indien je er gebruik van zou willen maken, dat kan veranderen. 

                                                       

Achteraf: 

Ik heb het geluk dichtbij de finish te wonen, want je moet ook weer thuis geraken nadien. Een fiets is handig, sleffers of een lift ook heb ik me laten vertellen. Een voetbadje met lauw water bij thuiskomst doet alvast deugd. Een iets warmer bad of douche nadien ook. Je lichaam kan koortsig reageren, niet schrikken, dat is normaal. Je hebt net nachtje doorgedaan. Een keer goed slapen kan al wonderen doen. 

De dag nadien 's morgens en 's avonds opnieuw een lauwwarm bad of douche zijn heilzaam voor de spieren en het ontspannen van je lijf. Een fietstochtje in de namiddag om de stijfheid te verdrijven kan ook aangenaam zijn. Je voeten verzorgen indien nodig. Dag 2 na een zware fysieke inspanning is vaak feller dan dag 1, dus dat kan, maar zal zeker niet bij iedereen zo zijn. De pijntjes kunnen zich verplaatst hebben, je lichaam is herstellende. Na dag 3 of 4 of 5 - het ene lichaam is het ander niet - ben je wel weer helemaal de oude. Mogelijk duurt het iets langer, afhankelijk van de blessures.  

En ook nog dit: 

Aan het vertrekpunt van de dodentocht heb je twee zones waarin je verzamelt voor vertrek: de blauwe en de gele of A en B.  Beide groepen mensen leggen eenzelfde aantal kilometers af. De eerste 2 kilometers worden echter in 2 groepen afgelegd en via een andere weg geleid om de start vlotter te laten verlopen. Nadien komen ze weer samen en bewandelen ze verder dezelfde weg. Ik heb me laten wijsmaken dat de mensen in de gele zone wegen bewandelen die breder of gemakkelijker met meer mensen doorgankelijk zijn dan de weg van de blauwe. Beide zijn goed, ik heb wel voor de gele gekozen.

                ~ . ~ .  ~  . ~ .  ~  . ~  . ~ .  ~ .  ~  . ~  . ~ .  ~ .  ~ .  ~ .  ~  . ~  . ~ .  ~  .  ~ .  ~  . ~

P.S.: Ik heb op geen enkel moment gedacht: ‘Dit nooit meer!’ noch aan ‘opgeven’. Dat hangt voor een groot stuk af van hoe je tocht verloopt, al dan niet blessures en ook een beetje den aard van ‘t beestje. Laat je vooral niet tegenhouden mocht je het voelen kriebelen om deel te nemen. Maar om mee te doen moet je alvast een beetje gek zijn.


 

 




Reacties

Populaire posts van deze blog

Veggie lasagne met spinazie

Nachos-ovenschotel

Mozaïeken - knutselen met mozaïek